De allereerste machine die je als machinefabriek koopt, is van cruciaal belang. Daarmee moet je immers het geld verdienen voor een tweede machine. Je mag dus geen foute keuze maken. Edwin Heijmans van VTB Verspanings Techniek Brabant had goede redenen voor zijn keuze drie jaar geleden. En die gelden bij de investering in de tweede CNC-draaimachine nog net zo.
_1.jpg)
Edwin Heijmans: één type besturing houdt het overzichtelijk voor toekomstige medewerkers. En je kunt programma’s gemakkelijk op meerdere machines toepassen.
Als Heijmans in het voorjaar van 2019 zijn consultancyopdracht voor een productiebedrijf heeft afgerond en naar huis rijdt, vraagt hij zich af of hij dit de rest van zijn leven wil doen. Als technisch bedrijfskundige werkt hij al een poosje als consultant, na eerder productiemanager te zijn geweest in twee maakbedrijven. De geur van een machinefabriek en het geluid van spanen die tegen de ruit van de machinedeur aantikken, komen in zijn herinneringen boven. “Als kind nam mijn oom me mee naar zijn machinefabriek. Hij heeft me besmet met het metaalvirus. De geur, het tikken van de spanen en de paarsblauwe gloed van de glimmende werkstukken maakten zo’n indruk dat ik een bol-opleiding metaal ben gaan doen, daarna mts werktuigbouwkunde en hbo technische bedrijfskunde.” Heijmans weet het zeker. Hij hakt de knoop door en verruilt zijn consultantwerk, “waar ik plezier aan beleefde, maar altijd het gevoel had dat ik nog wat miste”, voor een eigen machinefabriek: VTB Verspanings Techniek Brabant. Zijn oom en een collega-ondernemer adviseren hem bij de aanschaf van zijn eerste machine. Als hij in juli 2019 begint, heeft hij één machine, één klant en een paar tekeningen voor de eerste order. “Maar ik had nog nooit een CNC-machine geprogrammeerd. Op school heb ik het vak draaien geleerd op conventionele machines, dus het gevoel voor snijsnelheid, voeding en snedediepte was er wel. Maar programmeren was nieuw.”
Lees meer